Voedseldemocratie

Collectief beslissen wat er op ons bord ligt

Vandaag de dag is voeding veel meer dan alleen een noodzaak geworden: het is een koopwaar en een vrijetijdsbesteding, die onderhevig is aan de regels van de interne markt, hoofdzakelijk opgelegd door de Europese Unie. Deze regels omvatten verschillende aspecten zoals consumenteninformatie, hygiëne, voedselveiligheid, handelsnormen en concurrentie, evenals het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD).

Deze invalshoek en het bijbehorende kader bevordert voornamelijk de export en de groei van grote kapitalistische voedingsbedrijven, die wereldwijd opereren met toenemende winst ten koste van zowel consumenten als producenten. De prijs wordt een doorslaggevende factor, vaak vertekend door politieke controle over subsidies, normen en productkwaliteit. De herverdeling van rijkdommen en middelen maakt dat een minderheid de voordelen van het voedselsysteem opeist ten koste van de meerderheid. De oneerlijke verdeling van natuurlijke, economische en politieke hulpbronnen zorgt ervoor dat de ongelijkheden tussen verschillende lagen van de samenleving groter worden.

De giganten van de voedingsindustrie hebben tegelijkertijd een aanzienlijke politieke invloed. Onder deze druk lijken de vaardigheden van nationale en regionale spelers af te nemen. Plannen, strategieën en beperkte wijzigingen in Europese regels brengen slechts marginale veranderingen teweeg.

Bottom-up initiatieven, zoals voedselgordels, coöperaties en korte ketens blijven in deze context grotendeels “ondaadkrachtig” en vaak beperkt tot nichemarkten. Ze zijn niet sterk genoeg om te concurreren met de grote spelers en hebben slechts een beperkte impact op het voedselbeleid dat verder gaat dan het zeer lokale niveaus.

Deze vaststellingen benadrukken het schrijnende gebrek aan voedseldemocratie, waarbij voedselkeuzes zelden collectief worden besproken. Doordat onze voedselkeuzes vaak bepaald worden door onze financiële en sociale omstandigheden, ontstaat er een illusie van keuze in onze eetgewoonten. In deze context wordt immers al te vaak de toegang tot gezonde voeding belemmerd. Junkfood overheerst en blijft voor veel bevolkingsgroepen jammer genoeg toegankelijker en betaalbaarder.

Het is van vitaal belang dat we allemaal inspraak hebben in het hoe, wat en waar van onze voedselproductie.

Voeding als een politiek vraagstuk

Het is essentieel om te erkennen dat voeding een belangrijk politiek vraagstuk moet worden. We moeten de economische en sociale structuren die ons voedselsysteem regeren in vraag stellen en streven naar een rechtvaardige herverdeling van middelen. Door voeding de politieke aandacht te geven die het verdient, kunnen we een rechtvaardiger en duurzamer systeem opbouwen, waarin elk individu toegang heeft tot gezonde en kwalitatieve voeding, ongeacht zijn sociaaleconomische status.

Voeding kan niet langer worden teruggebracht tot een eenvoudige economische koopwaar. Voedsel heeft een fundamentele identitaire, culturele en biologische dimensie, die rechtstreeks invloed heeft op onze fysieke en mentale gezondheid. Voeding behoort niet noodzakelijk louter tot de privésfeer.

De SoZeVo stelt voorop dat de bevolking invloed heeft op de voedselkeuzes. Het is van essentieel belang dat iedereen kan beslissen over wat er geproduceerd wordt, hoe het wordt geproduceerd en wat er uiteindelijk op zijn bord belandt. Door deze betrokkenheid van burgers bij het voedselproces kunnen we beter inspelen op de behoeften en de zorgen van de samenleving als geheel.

In dit opzicht is het essentieel om de prijs van voedingsproducten te reguleren volgens andere normen. Normen die rekening houden met criteria voor milieuduurzaamheid, sociale rechtvaardigheid en volksgezondheid. Hiermee bevorderen we de productie en consumptie van voedsel dat zowel het milieu, de boeren als de gezondheid van de consumenten respecteert.

Dankzij de pijler van de conventionering (zie onze visie) wordt het mogelijk om standpunten in te nemen over welke landbouwsectoren de voorkeur verdienen en welke productiemethoden moeten worden aangemoedigd. Die aanpak vereist een actieve deelname van verschillende actoren in de samenleving.

Dit hoeft de keuze van de consument echter niet te belemmeren. De keuze van de consument kan een belangrijk onderdeel van ons voedselsysteem blijven. Het gaat er niet om de bevolking een specifiek dieet op te leggen, maar eerder om een verscheidenheid aan voedingskeuzes aan te bieden. Die keuzevrijheid stelt iedereen in staat voedsel te vinden dat past bij zijn of haar behoeften, waarden en individuele en culturele voorkeuren.

Het voedselbeleid moet de aspiraties en behoeften van de bevolking weerspiegelen en tegelijkertijd een verantwoord en rechtvaardig beheer van de beschikbare middelen waarborgen.

De Sociale Zekerheid voor Voedsel als hefboom

Om de doeltreffendheid van dit proces te waarborgen, is het essentieel om samen met de overheid een solide administratief kader voor conventionering op te zetten, met de nodige transparantie. Die omkadering zal helpen om de voedselmarkt gedeeltelijk te heroriënteren naar meer duurzame en ethische praktijken die in overeenstemming zijn met collectief gedefinieerde waarden en doelstellingen.

De politieke macht van de SoZeVo is gekoppeld aan haar budget. De beschikbare financiële middelen bepalen grotendeels haar vermogen om een doeltreffend en eerlijk voedingsbeleid te implementeren. Het is hierbij belangrijk om te erkennen dat het politiseren van voeding op deze manier risico’s met zich meebrengt. Dit zou immers kunnen leiden tot een situatie waarin de bestaande machtsverhoudingen de definitie van criteria en prioriteiten op het gebied van voeding zouden beïnvloeden. Om dit te voorkomen is het cruciaal om lessen te trekken uit de ervaringen met sociale dialoog binnen het kader van de huidige sociale zekerheid. In plaats van de traditionele confrontaties tussen kapitaal en arbeid te reproduceren, moeten we een meer inclusieve benadering overwegen, waarbij de hele samenleving meewerkt om een voedselbeleid te maken. Het gaat erom over te stappen van een simplistische tegenstelling tussen economische belangen naar een bredere dialoog, waarbij de behoeften en waarden van de gehele bevolking worden meegewogen.


Laten we samen ruimte creëren voor voedseldemocratie, want het is tijd om gezamenlijk te beslissen over wat er in de toekomst op ons bord ligt!