Naar een andere manier van productie, verwerking en verdeling
Al tientallen jaren roepen boeren- en coöperatieve bewegingen op tot een diepgaande hervorming van hoe we ons voedsel produceren, verwerken en verdelen. Op dit moment komt voedsel nog steeds van een industrieel, gemechaniseerd, chemisch model dat gebaseerd is op specialisaties tussen landen, op enorme commerciële volumes, op gigantische infrastructuur voor import en export, op een sterke kapitalistische en economische concentratie, e.d.
- De wedloop naar lage prijzen genereert sociale ongelijkheid en armoede (onzekere contracten, seizoenarbeiders of arbeidsmigranten in een precaire situatie, moeilijke arbeidsomstandigheden in verwerkingsfabrieken en supermarkten …);
- De huidige productieomstandigheden hebben diepgaande gevolgen voor het milieu en klimaat (30% van de broeikasgassen, 60% van het drinkwatergebruik, watervervuiling, bodemverontreiniging, luchtvervuiling, afname van de biodiversiteit, …); en
- De huidige productieomstandigheden hebben gevolgen voor de gezondheid van mensen (overvloed aan calorierijke producten, tekorten aan micronutriënten, vezels, vitamines … wat bijdraagt aan zeer ernstige chronische ziekten).
Uit maatschappelijk oogpunt leiden al deze omstandigheden tot verarming en hebben ze de boerenlandbouw, gebaseerd op een samenwerking met de natuur, grotendeels laten verdwijnen. Het platteland loopt leeg.
De kost van de externe effecten hiervan mag niet onderschat worden. In november 2023 bracht de FAO een rapport uit waarin werd geschat dat er wereldwijd elk jaar 14 biljoen dollar wordt gebruikt om de schade die het voedselsysteem veroorzaakt te compenseren (dit komt overeen met het BBP van de Europese Unie: 15 biljoen euro!). Voor België zou dat 37 miljard zijn!
37 miljard: het bedrag dat in België jaarlijks nodig is om de schade door ons voedselsysteem te bekostigen
Met de Sociale Zekerheid voor Voedsel gaan we niet langer recht op een muur af
Lang hebben we geloofd dat burgerinitiatieven op het gebied van voeding de weg zouden leiden. Dat de geïndustrialiseerde velden, fabrieken en industriële winkels zouden vervangen worden. Initiatieven die ons inspireren, die experimenteren en die perspectief voor de toekomst schetsen. Ze bestaan! Maar we moeten constateren dat ze het industriële complex van voeding nog niet echt bedreigen en dat verandering traag gaat. Dergelijke initiatieven worden systematisch gefnuikt: er zijn verborgen kosten die niet in de prijzen zijn meegerekend en het speelveld is niet langer eerlijk door subsidies en investeringen van de overheid.
Het is onrealistisch om te denken dat deze initatieven een sterke politieke en economische invloed kunnen hebben zonder macro-economische steun. Integendeel. boereninitiatieven rekenen vaak op de vrijwillige steun van bepaalde delen van de bevolking, vaak de meest opgeleide en geëngageerde, bevoorrechte categorieën. Maar veel consumenten hebben het, ondanks ze geëngageerd zijn, vaak moeilijk om geen aanzienlijk en overwegend deel van hun uitgaven naar industriële producten te laten gaan.1
Door aan iedereen een maandelijks bedrag te geven om goed te eten kan de SoZeVo een cruciale rol spelen bij het hervormen van de voedselsector. Het bedrag mag dan wel naar de consumenten gaan, maar het kan slechts besteed worden aan producten afkomstig van bedrijven en organisaties die produceren, verwerken en verdelen op een sociaal rechtvaardige, duurzame en lokale manier. Op termijn zorgt de SoZeVo dat er voor hen een afzetmarkt is. Dit resulteert vervolgens in een grotere deelname van hen aan belastingen en werkgelegenheid, wat een positieve spiraal creëert. SoZeVo stimuleert vervolgens ook het perspectief voor bedrijven en organisaties om de overstap naar een andere bedrijfsvoering te overwegen.2
Kortom komt het er op termijn op neer dat het bestaande aanbod verbetert. Iedereen moet niet langer eten wat beschikbaar of economisch haalbaar is, maar kan eten wat hij of zij wil.
Een andere manier van productie, verwerking en verdeling is goed voor de economie, goed voor ons en goed voor de planeet.
- De sector van biologische landbouw kan als maatstaf worden gebruikt. Minder dan 5% van de uitgaven aan voedsel gaat naar biologische producten. Minder dan 2% van de Vlaamse landbouwoppervlakte is biologisch gecertificeerd. We zijn nog ver verwijderd van een algemene acceptatie van biologische producten. Bovendien betekent biologisch niet per se rechtvaardig of lokaal. ↩︎
- Dit kan zonder te raken aan de vrijheid van bedrijven om zich al dan niet aan te passen aan deze nieuwe solvabele vraag. ↩︎
