Gezondheid

Voorkomen is beter dan genezen!

De bescherming van onze gezondheid is een fundamenteel mensenrecht dat expliciet is vastgelegd in artikel 23 van de grondwet. De WHO definieert gezondheid als “een toestand van volledig fysiek, mentaal en sociaal welzijn die niet alleen bestaat uit de afwezigheid van ziekte of invaliditeit”. We weten allemaal dat voeding een bepalende factor is van gezondheid en dat het “het eerste medicijn” is. Voeding heeft echter geen plaats in ons gezondheidssysteem, dat voornamelijk gericht is op genezen.

We wachten tot we ziek zijn en dan pas worden we ondersteund door de sociale zekerheid. Maar het is ook erg belangrijk ziekten te voorkomen, niet om ze te genezen. Voedsel speelt hierin een centrale rol. Proberen om ziekten te voorkomen dankzij voeding zou de bevolking beter beschermen tegen ziekten die verband houden met ongezonde voeding. Daarnaast kunnen we bovendien ook alle voordelen van een systematische benadering van voeding volledig benutten.

Ongezonde voeding wordt gedefinieerd als zowel een voedings- en/of calorietekort (ondervoeding) als een voedings- en/of calorie-overschot (overvoeding). Het sterkste verband tussen voeding en gezondheid in België heeft betrekking op overvoeding. De helft van de bevolking heeft overgewicht, 16% is obees.1 Dit draagt aanzienlijk bij aan chronische ziekten zoals te hoge bloeddruk en beroertes, hartaanvallen, diabetes type 2 en bepaalde vormen van kanker. In België is tussen de 11% (2021, het jaar van Covid) en 14% (2020) van de sterfgevallen direct gerelateerd aan voeding, of eerder aan ongezonde voeding. Dat zijn 12.000 à 15.000 mensen per jaar.2

Het plaatje is nog erger voor de meest kwetsbare bevolkingsgroepen. In België heeft iemand zonder middelbareschooldiploma 50% meer kans om overgewicht te hebben dan iemand met een hoger diploma. Voedingsgerelateerde gezondheidsproblemen treffen iedereen maar volgt een sociaal gradiënt: elk jaar extra onderwijs dat een persoon niet heeft gehad, vertaalt zich in een hoger risico op ernstige ziekte. (Voor de goede orde: een te grote focus op educatie als oplossing mag het idee niet versterken dat slechte voedingskeuzes louter een individuele keuze en geen systemische kwestie zijn. Dat is natuurlijk niet het geval.)

Jaarlijks overlijden zo’n 12.000 à 15.000 Belgen aan ziektes gerelateerd aan ongezonde voeding.

Los van de psychologische en sociale effecten zijn de economische effecten van ongezonde voeding verbijsterend. Sciensano schat in een voorzichtige studie dat de uitgaven van het RIZIV als gevolg van overgewicht en obesitas tussen 2013 en 2017 3,3 miljard euro per jaar bedroegen. Daar komt nog eens 1,2 miljard bij voor de kosten van arbeidsverzuim.

De schade die het huidige voedselsysteem veroorzaakt blijft bovendien niet beperkt tot het effect van voeding op de gezondheid van de bevolking alleen. Slechte arbeidsomstandigheden in de voedselindustrie, blootstelling aan verontreinigende stoffen in water, in de lucht en in de bodem en de verkoop van besmet of gevaarlijk voedsel zijn extra bronnen van overlast waaraan kosten verbonden zijn.3 De FAO wereldwijd een studie uitgevoerd op basis van een bredere definitie van voeding (uitgebreid naar het gehele voedselsysteem) en gezondheid. Deze studie schat dat de verborgen kosten van het voedselsysteem voor de gezondheid in België 27 miljard euro per jaar bedragen. 27 miljard euro per jaar. U leest het goed. Dat is ongeveer wat Belgen elk jaar rechtstreeks uitgeven aan voeding. Nadat we slecht hebben gegeten moeten we de prijs van onze voeding dus eigenlijk nog eens opnieuw betalen voor onze gezondheidszorg. De winst van de voedingsindustrie gaat naar de privésector, terwijl de daarmee samenhangende gezondheidskosten voor de staat zijn. En dan hebben we het hier nog niet over de bijkomende kosten gerelateerd aan subsidies of milieu- en klimaatherstel.

Het vergemakkelijken van toegang tot gezonde voeding moet een prioriteit zijn voor de overheid, maar dat is het helemaal niet. Opeenvolgende plannen omtrent “voeding – gezondheid” zijn gericht op het reguleren van de voedselmarkt (consumenten informeren, reclame voor ongezonde producten verbieden, inspelen op belastingen en subsidies om gezonde voeding te bevorderen, enz.). Die plannen zijn niet dwingend genoeg en leveren niet de gewenste resultaten op. Het voedselaanbod blijft te “obesogeen”, calorierijk. Sciensano heeft bijvoorbeeld aangetoond dat in de rekken van supermarkten in Vlaanderen drie keer zoveel ongezonde producten te vinden zijn als gezonde producten. Een blik op de voedselpiramide laat duidelijke verschillen zien tussen de aanbevolen consumptie en de waargenomen consumptie.

Laat ons niet wachten tot we ziek zijn alvorens zorg te dragen voor onszelf. Gezonde voeding hoort daarbij.

  1. Sciensano, gezondheidsenquếte over voedingswaarden, 2018. ↩︎
  2. Europese Unie, Belgische gezondheidsprofiel, 2020 en 2021. (Dat percentage ligt iets lager dan het wereldwijde gemiddelde, dat geschat wordt op 11 miljoen van de 57 miljoen sterfgevallen per jaar, oftewel 19%.) ↩︎
  3. IPES-Food, Alimentation et santé : décryptage. Un examen des pratiques, de l’économie politique et des rapports de force pour construire des systèmes alimentaires plus sains, rapport 2017. ↩︎